maandag 30 maart 2009

Beloofd is beloofd


 

Flarden regen,

wind te guur

om in te fietsen

natte sneeuw

moe van de vage belofte

in vaalblauwe luchten

van het eind van de kou.

 

De kraag van de jas

nog even hoog

tel tot tien

of desnoods tot

honderd en tien,

de winter is gezien

de lucht wordt blauw

donderdag 19 maart 2009

Geestdrift

Ik heb al eens opgemerkt dat ik geen gelovige ben die geneigd is vol enthousiasme met de handen omhoog of handen klappend mee te doen aan een lofprijzing. Mijn kerk kent nauwelijks iets dat enig enthousiasme teweeg zou brengen, maar stel dat er iets heftigs zou gebeuren dan zou ik toch nog eerst de kat uit de boom kijken voordat ik de handen omhoog doe. Zo'n iemand dus.
Een tijdje geleden kwam ik toch op een conferentie terecht waar het er erg geïnspireerd aan toe ging. Het ging over de Heilige Geest en alles wat daarmee te maken heeft. Ik heb dat toen als iets bijzonders ervaren. Ik heb daar eerder al iets over verteld.  Toen in onze gemeente een avond werd georganiseerd over het thema "Genade geneest" en de functie van het gebed daarin was ik toch geïnteresseerd en besloot te gaan deelnemen. Zou er dan toch wat van de Geest in de gemeente gaan waaien?
Een vijftigtal wat oudere mensen bevolkten de kerkzaal. Op het podium een projectiescherm en er naast een band, althans zo werd het genoemd. Drie mannen en twee vrouwen zaten wat eenzelvig op hun instrumenten te spelen. De leadzanger zat met geloken ogen wat voor zich uit te zingen terwijl de beide vrouwen deden of ze er niet bij hoorden. De geestdrift was nog even ver te zoeken. Een alleraardigste man heette ons welkom. Hij vergat zijn microfoon te gebruiken zodat we niet alles konden verstaan. Niet zo erg voor ons, maar wel voor de wat dove mevrouw voor ons. Ze riep de man dan ook toe zijn microfoon te gebruiken. De man begon opnieuw om na twee regels weer zijn microfoon te vergeten. We wenden er aan. We zongen een paar liedjes. Het bandje blijft zitten alsof ze er niet bij horen. Aan de oproep om te gaan staan tijdens het zingen en in de handen te klappen, als we dat wilden, werd geen gehoor gegeven. Het zou heel moeilijk zijn om enig ritmisch beweeg teweeg te brengen. De geestdrift was ver te zoeken. Als de eerste spreker vraagt  het refrein van een van de liedjes opnieuw op de beamer te zetten duurt dat zolang dat bij menigeen het zweet uitbreekt. Ik voel me onrustig worden. De spreker zegt over het refreintje dat hij dat een heel vervelend stukje tekst vind. De toon is gezet denk ik en ga er eens voor zitten.  De inleider houdt  een lang geschiedkundig betoog, omlijst met plaatjes die hij heeft genomen in een dorpje ergens in Frankrijk, over genezingen in de Bijbel. Het verhaal kent geen geestdrift. Het gaat over genezing van de zieke mens. Het kan wel en het kan niet, je wordt van het gebed wel beter maar niet echt beter. Onder de aanwezigen is wat gemor te horen als de spreker klaar is met zijn betoog. Waar ging het eigenlijk over?  We zingen weer een liedje onder begeleiding van het nu toch echt aangeslagen bandje. De beide zangeressen zitten nu met de rug naar ons toe. De volgende spreker doet het beter. Hij vertelt heel veel over zichzelf. Ik kom veel te weten over zijn depressies, mislukkingen en andere tragedies. (Zijn microfoontje valt vaak uit. De dove mevrouw is in slaap gesukkeld). Ook hij is heel erg vaag met zijn boodschap. Uiteindelijk komt er toch een soort van uitspraak waar we het mee moeten doen. Het kan geen kwaad om zieken met olie te zalven. Hij zalft de zieken in de inrichting waar hij werkt eens per jaar. Door omstandigheden wel niet met olie, maar toch. Ik denk aan al die katholieke priesters, die uitbundig met olie zalven en niet te beroerd zijn om alles met de wijwaterkwast te bewerken. Nu dit vage gedoe. Waar is de geestdrift, de spanning van het geloof, de blijde boodschap van een genezende God? Ik hoop niet dat het bandje nog iets gaat doen. Nee, we gaan naar een filmpje over het zalven van zieken kijken. Het duurt lang voordat er ook maar enig beeld komt, maar na lang wachten zien we iets anders dan ons beloofd was. We zien een man die een verhaal vertelt. Alleen is er geen geluid bij. Er wordt gesleept met kabels en eindelijk horen we de man en zien we een echte gebedsgenezing. Iemand gooit zijn krukken weg en loopt Halleluja roepend weg. Er is wat verwarring bij de organisatie want over gebedsgenezing wilde men eigenlijk niet praten en men besluit nog een liedje te gaan zingen. De beamer weigert nu alle medewerking om ook maar iets van een tekst te laten zien zodat besloten wordt om maar een eind aan de bijeenkomst te maken. Dat is echter tegen de zin van een enkeling, want er mochten nog vragen gesteld worden. Er is echter niemand die een vraag wil stellen zodat een mevrouw uit arremoede maar een vraag stelt om in ieder geval nog iets te redden. Het bandje begint ondertussen stilletjes in te pakken. De aardige voorzitter spreekt nog een slotwoord Het was een prachtige avond zei hij. Ik had de idee bij een andere bijeenkomst te zijn geweest. 
             

maandag 2 maart 2009

In de Geest

Ik kan niet zeggen dat ik een uitbundig gelovig mens ben. Er moet heel wat gebeuren wil ik met een lied meeklappen of met de handen omhoog een loflied zingen. Ik vind het wat overdreven, meer iets voor evangelischen of pinkstergelovigen. Niet dat er in onze kerk ook maar iets gebeurt dat aanleiding zou kunnen geven tot uitbundig vertier. Het is al heel wat als de organist eens geen Bach speelt en laten we eerlijk zijn ook van de liederen uit het liedboek voor de kerken en uit het boekje Tussentijds raak je niet opgewonden. Allemaal heel erg verantwoord liturgisch. Maar soms is er een verlangen om eens gewoon te doen wat er in de liedjes staat die we zo rustig en bedaard zingen. Soms zingen we: "Kom laten we  de Heer lofprijzen met dans, muziek en handgeklap" (Ps.149 zeer vrije vertaling). Het zou wat losmaken als we dat echt gingen doen. Een reidans tussen de banken door met veel muziek en handgeklap.We blijven echter stoïcijns in onze banken zitten en zingen bedaard dat we  dansend zullen opgaan. Wij zijn geen pinkstergemeente maar een ordentelijke PKN gemeente.
"Er is een conferentie in Zelhem over de Heilige Geest" zei mijn vrouw. "Heb je zin om mee te gaan?" Het zweet brak me uit. Zo'n conferentie over de Heilige Geest is niets voor mij. Dat is zo pinksterachtig. Nee dus. Maar na een paar dagen werd ik toch nieuwsgierig en zei dat ik meeging.
Met ongeloof zag ik de massa aan. Het moeten er meer dan duizend zijn geweest. Wat me vooral opviel was het grote aantal jonge mensen. Er heerste een stemming die het beste te vergelijken is met de sfeer voor aanvang van een grote wedstrijd. Op het podium in de immens grote hal speelde een band. Op een gigantisch scherm de tekst van een liedje. Ik ga een beetje achter in de zaal zitten. Rechts naast me een paar meisjes van een jaar of 15, links een dame, die zo te zien bepaald niet uit het arbeidersmilieu komt en voor me een gezin compleet met baby. Achter me een paar forse jongens zo weggelopen uit de sportschool en een paar mensen van mijn leeftijd. Als de leider-gitarist zegt dat we gaan zingen staat de hele gemeenschap op en ze zingen met volle overgave liedjes die ik niet ken. Ik val bijna om van verbazing als ik zie hoe er gejuichd  en geklapt wordt , hoe als op commando de handen omhoog gaan. Handen omhoog en de handen naar voren, handen op elkaar. Niemand staat stil. De band  bespeelt de zaal. "Even wat bewegen" roept de bandleider. Even wat bewegen denk ik, we staan geen moment stil. Dan zet de band een Joods liedje in en in een mum van tijd danst een lange rij door de paden, enthousiast aangemoedigd door de anderen. De temperatuur stijgt met de minuut. Het is een feest. Ik voel me eigenlijk wel lekker al ken ik geen enkel liedje. De melodieën zijn heel eenvoudig net zo als de teksten die eindeloos herhaald worden. Na een half uurtje mogen we gaan zitten. Er is nog twee uur te gaan. Een preek van 20  minuten is redelijk in onze kerk. Als het al eens een keer 25 minuten duurt begint er wat onrust onder het volk te komen. Hier wordt een uur gepreekt. Ja, wat heet preken! Het is een mix van onderwijzen, preken en entertainmant. Ik heb nog nooit zo vaak en in zo'n hoog tempo bijbelteksten moeten opzoeken. Ik had  geen bijbel bij me. In dit gezelschap onvergeeflijk. Ik kreeg er een te leen van de mevrouw van links. Als ik op een gegeven moment een van de kleine profeten niet kan vinden ruilt de linkse mevrouw snel van bijbel met me en ben ik weer bij. Het voelt aan als een terechtwijzing. De zaal leeft. Er wordt halleluja en amen geroepen. Gelachen om een grap die alleen de ingewijden begrijpen, zoals de predikant die zei ooit eens voor een moeilijk probleem te hebben gestaan had uitgeroepen: "Kan de wederopname nu plaatsvinden?" Leuk ook de opmerking:"God speelt in mijn leven geen rol, Hij is de regiseur." 
Uiteraard gaat de toespraak over de Heilige Geest en de vervulling van en de overgave aan en de toepassing van de gaven van de Geest. Mensen worden opgeroepen om naar voren te komen en zich te laten vullen met de geest. Het zijn er honderden die naar voren komen en soms zeer geëmotioneerd raken. Dit gaat gepaard met luid geroep en  gegil, mensen vallen om en worden opgevangen en op de grond gelegd. Ondertussen is de band gaan spelen en raken ook mensen in de zaal in vervoering. Het is een kakofonie van geluid en beweging. De biddende voorgangers, de huilende en roepende mensen, de steeds harder spelende band maken dat ook ik niet meer stil kan zitten en mijn handen uitstrek als er een zalving plaatsvindt voor voorgangers en gemeenteleiders. Dat raakt mijn hart omdat ik weet hoe moeilijk deze mensen het soms hebben. Ik raak in verwarring als er op een ander moment gebeden wordt voor de zieken. Het wordt een echte gebedsgenezingdienst. Op de vraag hoeveel mensen ziek zijn en genezen willen worden staan honderden mensen op. Ik heb de idee dat ik de enige ben die blijft zitten. Zelfs een van de tieners naast me staat op. De sportjongen die nu voor me zit is ook gaan staan en barst in luid gegil uit als er in het algemeen gebeden wordt om genezing. Hij schokt naar voren, schudt  met zijn hele lichaam en blijft maar gillen. Drie, vier, vijf mensen leggen hem de handen op en bidden om genezing. Dan, na enige minuten komt er rust in de jongen en staat hij weer recht op.
Hij lijkt geweldig opgelucht. "Ik ben genezen" roept hij. "Ik ben genezen" De mensen om hem heen knuffelen en feliciteren hem. Opgetogen. Dan zegt de voorganger:"Er zijn hier ook mensen die niet naar voren zijn gekomen omdat ze het geloof in genezing hebben verloren of omdat ze al zo vaak tijdens een gebedsgenezingbijeenkomst niet genezen zijn. Tegen die mensen zeg ik:kom nu". Een zestal vrouwen en een jongen komen uiteindelijk naar voren. "Iedereen die gelooft dat God deze mensen zal genezen steekt nu in gebed de handen naar hen uit." Ik aarzel, mijn ongeloof is te groot, die verantwoording neem ik niet op me. Duizend anderen wel. Mijn handen verdwijnen in mijn broekzakken. Er moet een golf van positieve energie van uitgaan, dat kan niet anders. Liefdevolle armen worden om de zieken geslagen en weer wordt er gebeden. Het duurt lang. Voor elke zieke wordt veel tijd ingeruimd. Allerlei vragen bestormen me. Vragen die altijd betrekking hebben op de willekeur van de verhoring van gebeden. Ik wordt geroerd als aan het eind van de sessie er nog een jongetje staat. Hij is klein. "Het is niet goed in mijn hoofd, ik ben weer opgenomen" zegt hij. Het wordt heel stil. Zo'n jong mens die troost zoekt, want het is niet de eerste keer dat hij "naar voren komt." Hij wil zo graag gewoon zijn. Mijn hart breekt bijna. Ik voel een brok in mijn  keel als de voorganger zijn armen om hem heen slaat en hem troost en opdraagt aan de lieve God. Laten we een applaus geven aan zijn psychiaters wordt er gevraagd.
Het applaus golft door de ruimte. Laten we juichen voor God die zieken kan genezen. Het gejuich is oorverdovend. Ik raak het beeld niet meer kwijt. Een kleine jongen die zo graag genezen wil worden van de wanorde in zijn hoofd. Op de een of andere manier zijn mijn handen uit mijn zakken gekomen en ik steek ze voorzichtig uit naar een kleine jongen in de armen van een grote man. Als het toch eens mogelijk was...