maandag 1 juni 2015

Verzamelen

Ik ben een verzamelaar. Op zich is daar niets mis mee. Veel mensen verzamelen dingen. Als jongetje verzamelde ik al postzegels, sigarenbandjes en suikerzakjes, en voor de binnenlandse veiligheidsdienst noteerde ik in de vijtiger jaren autonummers.(geen idee waarom). De meeste verzamelingen heb ik, toen ikzelf ouder werd, geruild voor andere zaken. Behalve mijn postzegels. Dat is een verzameling die ik nog steeds bezit omdat die iets met muziek te maken heeft, en dan vooral met Mozart.
Ook fluiten en fluitjes behoren tot een van mijn verzamelingen. Rechte fluiten, bekfluiten, blokfluiten, dwarsfluiten, noem maar op. Ooit uitgestald in een mooie vitrinekast, nu verbannen naar de zolder. De verzameling kinderboeken van W.G. van der Hulst staan naast de bijna complete verzameling Boekenweekgeschenken te pronken in mijn boekenkast. Ik vind het heerlijk om ergens op een rommelmarkt of kringloopwinkel een ontbrekend exemplaar te vinden. Al deze verzamelingen zijn dingenverzamelingen. Als ik er niet meer ben verdwijnen ze uit het zicht. Misschien dat een van de kinderen uit piƫteit er een stukje van meeneemt. Het geeft niet want het verzamelen zelf is het plezier, niet het hebben. Ik memoreer graag Mattheus 6:19. Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen.
Mijn mooiste verzameling is echter geen dingenverzameling, maar een woordenverzameling. In een groot gemarmerd boek verzamel ik mooie zinnen, sprekende uitspraken, gedichten, opschriften, losse gedachten, gebeden, onzinregels, troostwoorden en wat nog meer aan woorden te bedenken valt. In de loop der jaren is het een bron van troost, bemoediging en vermaak geworden. De tijd heeft ons niet onberoerd.We verloren geliefden en we werden getroost door de opgeschreven woorden van de dichteres Jacqueline van der Waals: 
Ik sprak niet: “Goede dood”
Ik sprak niet: “Boze”,
Maar het dennenbosje geurde en de rozen.
En ‘k had het leven nooit zo liefgehad.
Even verderop van Bert Schierbeek de zin: “Als je dood gaat ontmoet je het licht van voor de schepping”. Een mooie zin die nieuwsgierig maakt naar het volgende leven. Al bladerend lees ik ook: “In God sterft niets, alle dingen worden in hem levend”. Mooi gezegd want: “God doet de zon in het water schijnen, God heeft het land aan de woestijnen”. Ik weet niet wie deze zinnen geschreven hebben. Ik vind ze gewoon mooi.
         Ook kleinkinderen doen uitspraken die je graag opschrijft:
Boris: “De bomen zijn zo zwart vandaag”.
Roel: “Kun jij niet schilderijen, opa?”
Ruben: “Opa heeft kaal haar”.
 Soms loop je tegen een zin aan die je raakt omdat hij zo mooi en eenvoudig is dat je het wel moet opschrijven: Ik denk, ik ben een park vol met vogeltjes en laat ze los. van Hakim Weetniks.
        Over het weer zijn ook mooie zinnen te lezen.
Wat te denken van:
De nacht is blind.
Er staat een haveloze regen voor de deur.
Het heeft geregend tussen ons.
De mist sluipt tussen ons en de kleuren in.
In mijn woordenverzamelboek zijn ook boekfragmenten te vinden. Van de priester/publicist Eugen Drewerman heb ik het volgende bewaard:
Hoe laat men kinderen van de grote stad die bij kunstlicht zijn verwekt weer oog krijgen voor het licht van de sterren. Hoe verschaffen we bij de oren die vernietigd zijn door het gedreun van de disco’s gehoor voor muziek van de hemel. Hoe wekken we in het hart van mensen die in hun materialisme zijn omgekomen verlangen naar het oneindige?
Nog steeds actueel.
Verzamelen is leuk om te doen, maar woorden verzamelen is zinvol en verrijkend. Ik kan het aanbevelen.