“Mooi hoor” zei ze, “schitterende muziek en prachtig gespeeld, maar het is geen
christelijke muziek hé?” Ze keek me vragend en een beetje
afkeurend-onderzoekend aan.
“Tsjaikovski” drong
ze aan.
Ik was verrast door de vraag en wist even geen antwoord. Wat
is er mis met de muziek van Tsjaikovski, dacht ik. In onze kerk wordt tijdens de dienst veel gemusiceerd. De gemeente is gezegend met een aantal goede muzikanten, die zowel uit de klassieke als uit de wereld van de lichte muziek komen.
In deze dienst had het Vordens Klarinetkwartet na de preek het tweede deel
uit het eerste strijkkwartet van Tsjaikovski gespeeld, het Andante Cantabile.
Naar mijn idee een van de mooiste composities van die Russische componist. Ik
begreep de vraag, maar het antwoord bleef hangen. Zoals gewoonlijk wist ik pas
een dag later wat ik had moeten zeggen. Het ging haar in wezen om de vraag of
muziek die niet specifiek christelijk is in de kerkdienst gespeeld kan worden.
God is niet in taal te vatten, hoorde ik Trouwjournalist Stevo Akkerman op TV zeggen in een gesprek met Tijs van den
Brink
Dat is zo, dacht ik. Zolang de mens weet heeft van God is er
over Hem geschreven en gesproken en we zijn nog lang niet uitgesproken. Daarom
is er muziek. Muziek overstijgt de spraak. Het heeft een zeggenschap die niet
in woorden is uit te drukken. Muziek is een van de grootste gaven die God aan
de mensen heeft gegeven.
Ik had de vragenstelster moeten vragen om een uurtje met me op te lopen,
dan had ik haar kunnen vertellen dat van Genesis tot Openbaringen in de Bijbel wordt
gemusiceerd en gezongen en dat God behagen heeft in muziek. Ik had haar kunnen
vertellen dat muzikanten in een kerkdienst spelen voor Gods aangezicht en dat
dat geen vrijblijvende zaak is. Voor het aangezicht van God spelen betekent dat
je
alle zeilen moet bijzetten. Je moet het beste geven wat je
hebt want je bent immers onderdeel van de lofprijzing geworden. “Preken zijn de
bouwstenen en muziek is het cement” zei een collega eens. De keuze van je
liedjes, van je muziek moet dus een aanvulling zijn op de verkondiging.
Het vraagt overigens ook wat van de luisteraar,zou ik gezegd hebben. In de kerk luister je met een ander
oor. In het concrete geval zou een liedje als Kom maar bij mij van Marco
Borsato, wat niet direct een christelijk liedje is, heel goed in een dienst
passen omdat het uiteindelijk over het grote gebod van de naastenliefde gaat. (God
liefhebben bovenal en je naaste als jezelf).
Maar nu Tsjaikovski..
Dat is toch alleen maar klank, zou ze opmerken.
We zouden stil gaan staan en luisteren naar de wind in de
bomen en naar de roep van een vogel, we zouden luisteren naar de taal van de
natuur. Zo kun je ook luisteren naar de taal van muziek. Mijn vrouw noemt dat
klanktaal. Dat is een goed woord. Je moet je ervoor openstellen.
Wat Tsjaikovski dacht toen hij zijn strijkkwartet schreef
weet ik niet, maar in die prachtige melancholieke muziek hoor ik een groot
verlangen naar de Eeuwige. Ik hoor een stilte die zich vult met troost.
Of het christelijke muziek is?
Ik twijfel over mijn antwoord.
Na enige tijd zou ik zeggen dat het Goddelijk muziek is.