woensdag 10 oktober 2012

Land in zicht

Huize Blaak heeft een rood dak
Achter ons huis ligt een groot stuk bouwland. Iedere morgen Loop ik met mijn honden Floor & Fleur een rondje om dat veld. Afhankelijk van het weer doe ik daar een 10 tot 30 minuten over en het geeft me de gelegenheid om wat na te denken en te filosoferen over de dingen van de dag en de eeuwigheid. Het ligt  ook een beetje aan de muziek die mijn ipod in zijn shuffle laat horen waar mijn gedachten over gaan. Bij het requim van Fauré laat ik ze graag gaan over de wisselvalligheden van het leven, terwijl de swingende muziek van Stan Getz mijn gedachten doen stilstaan omdat ik steeds meespeel. Het bouwland is typisch een stuk grond dat iemand over heeft en om het een beetje rendabel te maken wordt er ieder jaar weer mais in gezaaid. Het spul groeit op en na verloop van tijd is het uitzicht over het veld tot nul gereduceerd. De mais staat twee meter hoog. Alleen Frieda vindt het nog leuk, want die rent tussen de paadjes van de maisstengels door.
Vanmorgen was de wereld anders. In alle vroegte was de mais verhakseld. De honden stonden stil en
 versteld. Hun wereld was totaal veranderd. Vernieuwd zou je kunnen zeggen.
                      Ons visuele systeem is ingesteld op verandering. Alles wat raast, knippert en flikkert, trekt onze aandacht. Zoals het lampje op de mobiele telefoon, een kapotte tl-lamp die blijft flikkeren of knipperende reclameborden.We willen ze wel negeren, maar het lukt niet. Voor ons brein geldt: hoe duidelijker de verandering – hoe harder bijvoorbeeld een naderende auto rijdt – hoe beter en sneller we die kunnen opmerken.
                     We zijn echter niet goed in het waarnemen van langzame veranderingen. Als we kijken naar plaatjes waarin objecten geleidelijk van kleur of plaats veranderen of zelfs helemaal verdwijnen, hebben we dat meestal niet in de gaten. Zélfs niet als we van te voren gewaarschuwd zijn dat er iets gaat veranderen. Bijna iederen kent de filmpjes waar een goochelaar een kunstje uitlegt en ondertussen wordt, zonder dat we het opmerken, het decor verbouwd en  de op tafel staande bloemen vervangen door een beeldje.
                     Het langzaam groeiende mais merken we niet op. iedere dag een heel klein beetje hoger totdat het twee meter hoog staat en je uitzicht tot nul is gereduceerd. Zo gaat het met heel veel zaken. Beetje bij beetje kun je meegevoerd worden in een veranderende samenleving. Een samenleving die harder geworden is, waar het niet vanzelfsprekend is dat kinderen voor hun ouders zorgen. Ik zeg niet dat kinderen niet om hun ouders geven. Ik zag op het Sint Pietersplein in Rome wel duizend bisschoppen en kardinalen in rijke gewaden gemijterd luisteren naar een in goudbrokaat geklede paus.. Hoe is de kerk veranderd in die paar duizend jaar vanaf de bezitloze Christus naar de pracht en praal die ik net beschreef. Het moet heel langzaam zijn gebeurd. De traagheid maakt ons blind. We zien ook niet de veranderingen in ons eigen leven. Iedere dag worden we iets ouder, maar we denken dat vandaag gelijk is aan gisteren.                                                                                                                                  Totdat het mais gehakseld is en we de grond zien waar het allemaal in gebeurd is. Terug naar de basis. Ik zag het land dat er weer uitzag als in het begin. Woest en ledig. Er is van ales mogelijk met dat land. Dat geldt ook voor mij, dacht ik.Verlies niet de basis van je leven uit het oog. Floor en Frieda renden over het veld. Voor hen was er een nieuwe wereld geopend. Het begon te regenen. Tijd om naar huis te gaan. Ik keek nog even naar het land dat weer in zicht was.Op mijn ipod hoorde ik Amanda Strijdom het pelgrimsgebed zingen.
Elke pelgrim keer weer huistoe.
Elke swerver kom weer tuis.

dinsdag 9 oktober 2012

Pelgrimsgebed

 

Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My grootpraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet.

U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad het U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op U grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Moeder God U ken my waan
My ego en my regopstaan
Die drake waarteen ek bly veg
U wys my altyd weer die weg.

U het my met U lig geseën
Die lig strooi ek op iedereen
Net U weet hoe my toekoms lyk
Ek het niks, U maak my ryk.

Alle perlgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op U grootpad
Soekend na U boardinghuis.
 
Er zijn soms momenten dat je overvallen wordt door een liedje. Een liedje dat wordt gezongen op een moment dat je er aan toe bent, omdat de waan van de dag je te pakken heeft gekregen. Moe bent geworden van je stommiteiten en afwezigheid. Ek verdwaal steeds op U grootpad. Maar hoe wordt je gepakt door geweldige woorden aan het begin Vader God U ken my naam. Hoe troostrijk kan een liedje zijn. Het pelgrimsgebed van Amanda Strydom is zo'n liedje. Kik voor een uitvoering van dit lied op de link.
http://www.youtube.com/watch?v=fTsYx8W_2w0&feature=share

dinsdag 2 oktober 2012

Geheim doorbroken

Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Here Jezus
tussen ons en de Vader, naar Uw Woord
mogen wij zonder zonde zijn en nieuwe wezens,
wat er ook in ons leven is gebeurd.
 
Ik deed, van alles wat gedaan kan worden,
het meest misdadige - en was verdoemd.
Maar Gij hebt God een nieuwe naam genoemd,
met die van mij. Nu is het stil geworden,
zoals een zomer om de dorpen bloeit.
 
En moeten ook de bloemen weer verdorren:
mijn lenden zijn omgord, mijn voeten staan geschoeid.
Uit Uw hand ten tweeden maal geboren,
schrijd ik U uit het donker tegemoet.
 
Gerrit Achterberg
 

                  Ik heb dit gedicht al heel lang bij me. Het is een van die gedichten die me troosten en bemoedigen. Ik las het tijdens een groeigroepavond voor, maar ik kon daar niet mijn gedachten over dit  gedicht kwijt. Daarom deze blog.
                  Ik bekommer me er overigens geen moment om of Achterberg wel een christelijke dichter was. Ik weet dat hij het gedicht schreef tegen een heel concrete achtergrond. ("Ik deed het meest misdadige"). Maar het is een echt Bijbels gedicht. In de tweede strofe van het gedicht gaat de afgrondelijkheid van het menselijk bestaan open: Ik deed....ik was verdoemd. Dat is wat de apostel Paulus leert. Geen mens kan voor God staan.
Midden in het vers staat het woord "Maar". Dat is het scharnier in dit gedicht. Er is een 'maar" omdat het gedicht begint met Gij.
Het hoog geheim is door het sterven van de Here Jezus doorbroken. Wij kunnen door het lijden en sterven en de opstanding van Christus nu wel voor God staan. God noemt een nieuwe Naam met die van mij. In het woordje 'maar' ligt de diepte van de genade. Ik, een gewoon zondig mens,maar een mens met een nieuwe naam.      Ik ben gekend bij God. Omdat hij me kent bij mijn nieuwe naam, schrijd ik uit het duister van mijn verloren, natuurlijke, bestaan Hem tegemoet. Zo ervaar ik de zomer die om Vorden bloeit.
Nu in de herfst de bloemen weer verdorren, en ik in de herfst van mijn leven ben, lees ik vaak dit gedicht. De laatste strofe raakt me altijd weer en dan vooral de laatste twee zinnen.
"Uit Uw hand ten tweeden maal geboren,
schrijd ik U uit het donker tegemoet".
 Ik hoop dat je het gedicht nog eens leest en dat je er ook door bemoedigd wordt.
Het gedicht ligt altijd ergens op mijn bureau. Overigens samen met het gedicht "Op school stonden ze geschreven" van Ed Hoornik. Als je dat gedicht niet kent moet je het even op internet zoeken.
Kunnen we daar ook eens over praten, of bloggen.
 
 
I