zaterdag 8 december 2012

Nagelaten bericht

Laat ik maar met de deur in huis vallen. Ik geef niet meer om Sinterklaas. Nadat ik eerst ongelovig ben geworden- maar omwille van kinderen en kindsen nog een tijd gedaan alsof, met als dieptepunt een jaarlijkse verkleedpartij als Sinterklaas gedurende mijn tijd als lid van de oudercommissie- heb ik samen met mijn, vrouw besloten ook geen aandacht meer aan dat gebeuren te besteden.
Geen gedichten meer met blauwen, bouwen, wouwen, grauwen, houwen, trouwen, omgevouwen, godsvertrouwen, zelfvertrouwen en zoetekauwen enz. Geen surprises meer van in en uit elkaar vallende nepbeesten en geen cadeautjes meer verpakt in zestien keer dicht geplakte en met trektouwtjes vastgebonden omhulsels. Geen gebonk op de buitendeur van een weghollende buurman.  We kunnen heel goed een gezellige avond hebben zonder al dat gedoe, zeiden we. Bovendien moet er wel gewerkt en gerepeteerd worden.
In de vroege ochtend van 5 december komt mijn vrouw wat onzeker lachend de slaapkamer binnen. Op het dienblad met de koffie liggen twee chocoladeletters, een S en een H, en een briefje met de tekst: Groetjes van de Sint en Piet. Daaronder een getekend hartje.
Het valt even stil. We doen niet meer aan sinterklaasfeest, maar de dag is nog niet begonnen of het is er al. Wie o wie?
Het doet er niet toe. Iemand heeft aan ons gedacht en de moeite genomen om ons op een vroege morgen te groeten en te verrassen. Dat is gelukt. In het evangelie van mijn favoriete apostel Matheus staat: laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. geef in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Gezegend is hij/zij die zo geeft.
De dag begint lichtvoetig, vaak is er een glimlach om twee chocoladeletters.    
 

Niets is wat het lijkt


 
 
Of ik niet in de Info, het maandblad van de kerk, een column wil schrijven over kunst en geloof?
Ik aarzel en vraag me af of ik wel de juiste persoon ben….
Als je op een saxofoon speelt ben je dan een muzikant?
Als je zo nu en dan een gedicht schrijft ben je dan een dichter?
Als je zo nu en dan een stukje schrijft ben je dan een schrijver?
Ik dacht het niet.
Niets is wat het lijkt.
Ik kijk en luister op mijn manier.
Ik hou van muziek en poëzie, van literatuur en schilderkunst en theater.
Hoe zit dat dan met al die kunstuitingen die ogenschijnlijk weinig met geloof te maken hebben? Kunnen ze toch iets voor de kerk betekenen? Ik aarzel en wik en weeg...
Ik neem de uitdaging aan.
De komende tijd ga ik op zoek naar raakvlakken tussen muziek, theater, schilderkunst en geloof onder het motto:Niets is wat het lijkt.
Niets is wat het lijkt
Neem nu het gedicht Ziekenbezoek van Judith Herzberg.
      Mijn vader had een lang uur
      zitten zwijgen bij mijn ziekbed.
      Ten hij zijn hoed had opgezet
      zei ik, nou dit gesprek
      is makkelijk te resumeren.
     Nee, zei hij, nee toch niet,

     Je moet het maar eens proberen.
Een vader die zwijgend aan het bed van zijn zieke dochter zit. Niet bepaald troostend, “dit gesprek is makkelijk te resumeren”.
 De vader geeft zijn dochter echter een opdracht mee.“Probeer het maar”.

            Ik ga dit gedicht niet uitleggen, dat moet je zelf maar uitzoeken.          
Voor mij is in dit gedicht de vader God. Een God die ook vaak zwijgt, maar er wel is.
Of Herzberg het zo bedoeld heeft?
Ik lees het graag zo.


 

 

 

 

maandag 26 november 2012

Zingen

          Muzikanten houden over het algemeen wel van zingen, alhoewel dat nog niet wil zeggen dat ze ook kunnen zingen. In mijn geval gaat dat wel een beetje op. Je moet me niet vragen voor een koor. Ik ben een soort bariton en in de meeste koren, (afgezien van mannenkoren dan) kunnen ze alleen maar bassen of tenoren gebruiken. Bovendien ben ik niet stemvast. In de politiek ben ik dat redelijk, maar in een koor steun ik toch wel heel erg op mijn naasten. Laat onverlet dat ik wel graag zing. Op zondagmorgen zing ik in de kerk meestal van harte mee met, of het moet een liedje zijn met van die merkwaardige intervallen die behoren tot de modernen en met teksten die ik een tal keren moet lezen voordat ik ze begrijp. Tegen de tijd dat ik begrijp wat er gezongen wordt is het liedje al weer voorbij. In mijn kerk wordt eens in de maand een dienst gehouden waar alleen gezongen wordt. Er is wel iemand die de liedjes aan elkaar praat en een stichtelijk woord spreekt, maar het gaat om het zingen. Meestal zijn het versjes uit de oude doos en een enkel opwekkingsvers. Dat is wel begrijpelijk want de mensen die verschijnen in een zangdienst zijn, zoals ik,  redelijk op leeftijd. Een grijze golf zeg maar. Afgelopen zondag was het niet anders. Veel mensen, veel grijs en veel oude liedjes. Het zingen wordt begeleid door een orgel en een piano. Al bij het eerste liedje blijkt dat de organist een voorliefde heeft voor een heel zwaar en donker geluid. Het orgel dat ik smorgens in volle glorie had gehoord was veranderd in een amechtig hijgend instrument dat slepend achter de zingende gemeenschap aan kwam. Het trage tempo werd consequent aangehouden, of het nu een vrolijk liedje was of niet. De pianist probeerde er de vaart in te krijgen, maar moest het afleggen tegen het geweld dat boven de balustrade uitkwam. Na een paar liedjes kwam er een vermoeidheid over de gemeenschap. Alleen toen gezongen werd: "Als op 's levenszee de stormwind om u loeit, als ge tevergeefs uw arme hart vermoeid" veerde men op omdat het orgel op adequate wijze voor de begeleiding zorgde. Na de meditatie, die de zeer toepasselijke titel droeg: Het is de hoogste tijd, werd het bekende lied:"Eens als de bazuinen klinken klinken, uit de hoogte,links en rechts" gezongen. In slow motion gingen we voorwaarts zonder het geluid van trompetten en bazuinen, en dat zes coupletten lang. In het laatste couplet was  sprake van spoed en haast. We hadden het tempo van een slenteraar bereikt. We verlangden naar stilte en koffie.
Bij de koffie kwam ik de organist tegen.Hij zag er bezweet uit. "Geweldige dienst, geweldige dienst" riep hij. Hij was kennelijk ergens anders geweest.
Waar waren de muzikanten die voor emotie, enthousiasme en inspiratie kunnen zorgen?

Het Lohmanorgel
Ik hou van zingen, maar niet altijd.     

zaterdag 24 november 2012

Stamboomgedachten

Eens in de zoveel tijd ben ik bezig met mijn familiestamboom. Er sterft een oom, een nicht laat weten dat een oude  tante niet meer is. Geboortekaartjes, trouwbeloften. Verre neef komt vragen hoe het gaat. Mijn familie groeit en krimpt. De tijd neemt en geeft, vergeet en vertelt. Mijn stamboom is geschiedenis en herinnering, verleden en heden.

Mijn moeder
Dan is het tijd om mijn familie te bezoeken en aan te passen wat de tijd heeft aangebracht.Steeds is daar het moment dat ik mijn jonge moeder zie, mijn vader ook. Maar moeder heeft toch steeds de aandacht. Mijn vader was een muzikant, mijn leraar en een beetje vriend.Mijn moeder was een wat stroeve Drentse schippersdochter uit 1912 en met haar was ik minder vertrouwelijk .Er waren geen intieme of vertrouwelijke gesprekken, zoals ze die met mijn zusje had. Jongens zijn anders hé? Maar soms waren er toch momenten van vertrouwelijkheid. Ik had echter zelden de vrijmoedigheid om dat te zeggen wat gezegd had kunnen worden. Het bleef stil. We zwegen. Vandaag zag ik mijn moeder weer en ik had haar veel te zeggen.Toen moest ik denken aan dat prachtige moedergedicht van Gerrit Achterberg.


                                                                              Moeder
                                                       Ik zat met moeder aan de haard, zij breide
                                                       en ik deed niets dan cigaretten roken.
                                                       Ze zei: Jongen, je moet niet zoveel roken;
                                                       je moet er morgen mee uitscheiden.

                                                        Ik ben het haardvuur nog wat op gaan stoken;
                                                        horende hoe het zachtjes in mij schreide,
                                                        omdat het niet kon worden uitgesproken,
                                                        wat zich vlakbij voor eeuwig wou bevrijden.

                  Dit tere gedicht van Gerrit Achterberg is een kleinood binnen het  oeuvre van Gerrit Achterberg. Het is begrijpelijk, compact, en ingenieus gecomponeerd. Zoals bij al zijn poëzie kun je ook hier tussen de regels door lezen; er wordt altijd meer gezegd dan er staat, om met Nijhoff te spreken. Ik word geraakt door de gelatenheid en onnrust van de ik-persoon in het eerste couplet en de wanhoop in het tweede couplet en het bijna aanraakbare, onuitgesproken verdriet van de zoon naar zijn moeder.
                  

                  Terug naar de verleden tijd.We zaten bij elkaar. Mijn moeder spreekt en draait er een beetje omheen, ik wil spreken en zwijg. Twee gesloten naturen, dicht bij elkaar- mijn moeder raakt me in mijn hart, zonder dat ze zich ervan bewust is,-en ik laat de kans voorbijgaan en ben me ervan bewust. Zo vertrouwelijk en toch zo vreemd.Moeders, soms zo dichtbij en soms zover van je verwijderd. Ik had je lief.
                  Een stamboom opzetten en bijhouden is meer dan het invullen van allerlei data.

zondag 18 november 2012

Het beloofde land


Als rechtgeaarde Tukker heb ik een zwak voor de poëzie van de Enschedese schrijver/dichter Willem Wilmink. Deze week las ik voor het eerst de gedichten uit zijn bundel Het beloofde land. Gedichten die passen bij de schilderijen van de Ootmarsumse schilder Ton Schulten.

Sommige dichtregels komen over als komende uit een andere tijd. Neem een zin als: “Zal ik buiten de tijd hun nieuwe stad begroeten, waar laat nog licht brandt in een ochtendvisioen?” uit het gedicht Uit de tijd gekomen. Of : “Al die herinneringen zijn eenzaam nu zij ze niet meer weet:” (Uit: In memoriam Ans). Deze zinnen wil ik lezen voor het slapen gaan. Ik wil er over mijmeren en nadenken. Neem een zin als: "De toekomst is er nu allang, maar onze toekomst maakt ons bang".
 Het is een verrassende uitspraak en tekenend voor onze tijd.

Wilmink is een meester in het beschrijven van emotie. Het gedicht Mijn zuster Chaie is daar een voorbeeld van. Melancholie past hem als een maatpak van Hans Aartsen maar is geen reden tot somberheid. Wilmink laat in zijn goddeloosheid meer zien van God dan hem waarschijnlijk lief is. Hij houdt ons soms een spiegel voor als hij in zijn Nieuw Kerstlied optekent: “Uit Uw kruis is munt geslagen, Jesu lieve Heer.”

Wilmink heeft me weer verrast. Hij schrijft over de gewone dagelijkse dingen in een prozaïsche aaneenschakeling van juist gekozen woorden. Ik lees hem graag en wordt er door gezegend. Als Tukker werd ik vooral geraakt door het volgende naamloze gedicht:

In ’t Nederlands is iemand dood Gegaan,

Over de reis wordt nooit meer iets vernomen.

In het Twents is iemand uit de tijd gekomen,

Dus je weet zeker: hij kwam veilig aan.
 
Er valt nog veel te zeggen over Het beloofde land met zijn prachtige illustraties van Ton Schulten.
Ik kan je aanraden er eens naar op zoek te gaan.l


 

woensdag 7 november 2012

Vrede is eten met muziek

   
Vredig eten is goed eten
Want lekker eten doet men alleen in rust en vrede
Voor een goede spijsvertering is het een vereiste
Dat men elk hapje minstens vijftien maal kauwt;
Daarom eet men met muziek ook beter
Want onder vrolijke tonen bewegen de kaken vanzelf
Harmonieus en met de kaken ook de slokdarm
En later zelfs de overige dertig meter
Lange darmen in de buik.
 
Vrede is goed eten met goede muziek.
Met marsmuziek kan men beter lopen dan eten
Als men dan ook maar vredig loopt
En niet meemarcheert met een troep soldaten
Tegen andere soldaten
Dan is marsmuziek net zo bedorven
Als besmet voedsel
 
Maar bij dansmuziek is het zeker goed eten
Want dansen is geen vechten.
Wie danst, houdt rekening met andere dansers,
Zoals men onder het eten niet alle
Lekkere hapjes alleen verorbert, maar die deelt
Met de overigen, de disgenoten.
 
Lucebert (1924-1994)
 
 
 
Dit gedicht herinnert aan oorlog door vrede te beschrijven. De vrede die te vinden is in gezamenlijk eten waarbij ook ruim baan is gemaakt voor de kinderen en niet te vergeten de dieren . Daar past goede muziek bij. Ook wel marsmuziek, maar die wordt gespeeld om naar een feest te marcheren. Geen marsmuziek zoals die past bij marcherende soldaten. Dat loopt op oorlog uit. Vrede is dan pas vrede als de naastenliefde hoogtij viert en men elkaar het leven (en het eten) gunt. 
Lucebert gebruikt voor die naastenliefde het beeld van mensen die op goede dansmuziek dansen en eten en delen wat er te delen valt. Dat is omzien naar je naaste of,om in Bijbelse termen te spreken, je naaste liefhebben als jezelf. Het gedicht wordt, op die manier gelezen, een religieus gedicht.Ik lees het graag zo.
 

maandag 5 november 2012

Verandering en verlangen

Het lijkt of ik iedere dag een beetje verander. Dat gevoel heb ik nog niet zo lang. De wet van de langzame verandering gaf me lange tijd de idee dat alles bij het zelfde bleef. Maar de laatste tijd merk ik dat ik anders naar muziek luister. Op mijn ipod blader ik snel door naar liedjes die me iets vertellen. Liedjes waarin  iets te beluisteren valt van een verlangen naar de overkant. Verlangen naar de warmte van een andere wereld. Liedjes met een zweem van heimwee. Niet dat ik niet van het leven hou of melancholiek ben. Integendeel, want er is ook het grote verlangen om het leven van alledag in mijn armen te sluiten. Ik wordt omgeven door schatten van mensen die me een rijk leven geven en toch is daar het verlangen.Ik luister naar het pelgrimslied van de Zuid-Afrikaanse Amanda Strydom en raak geroerd door die paar simpele regels:
                                                
Alle pelgrims keer weer huistoe
                                                 Elke swerwer kom weer tuis
                                                 Ek verdwaal steeds op U grootpad
                                                 Soekend na U boardinghuis.
                                                                 Het verlangen is hier prachtig verwoord. Het verlangen om weer thuis te komen en toch te kunnen zeggen dat er is geleefd als een pelgrim. Een pelgrim die zijn sporen heeft achter gelaten, hij heeft op zijn tocht hier en daar wat stenen verplaatst. Het kan niet anders of ik kom bij de zanger Bram Vermeulen terrecht. In zijn ontroerend lied De Steen zingt hij ook over het verlangen om iets in het leven te hebben betekend.Het gaat ook om veranderen. Het gaat om verlangen naar een betere wereld en het verlangen een spoor achter te laten.

Ik heb een steen verlegd,
in een rivier op aarde.
Nu weet ik dat ik

nooit zal zijn vergeten.
Ik lever bewijs van mijn bestaan.
Omdat, door het verlegen

van die ene steen
de stroom nooit meer

dezelfde weg zal gaan.

Ik wil ook een steen hebben verlegd.
Ik wil mijn Schepper in de ogen kunnen kijken en kunnen zeggen ik heb Uw/mijn talenten goed gebruikt. Ik heb een steen verlegd, ergens onderweg.
             Zo zijn er meer liedjes die ik anders hoor. Ik hoor ze thuis als mijn liefste zingt,ik hoor het verlangen in de gewone versjes van vroeger en soms in de liedjes van vandaag. Ik hoor ze bij Mozart en Haydn, maar ook bij Andre Hazes en Daniel Lohuis. Ik luister op een andere manier.
Ik ben een beetje veranderd.

woensdag 10 oktober 2012

Land in zicht

Huize Blaak heeft een rood dak
Achter ons huis ligt een groot stuk bouwland. Iedere morgen Loop ik met mijn honden Floor & Fleur een rondje om dat veld. Afhankelijk van het weer doe ik daar een 10 tot 30 minuten over en het geeft me de gelegenheid om wat na te denken en te filosoferen over de dingen van de dag en de eeuwigheid. Het ligt  ook een beetje aan de muziek die mijn ipod in zijn shuffle laat horen waar mijn gedachten over gaan. Bij het requim van Fauré laat ik ze graag gaan over de wisselvalligheden van het leven, terwijl de swingende muziek van Stan Getz mijn gedachten doen stilstaan omdat ik steeds meespeel. Het bouwland is typisch een stuk grond dat iemand over heeft en om het een beetje rendabel te maken wordt er ieder jaar weer mais in gezaaid. Het spul groeit op en na verloop van tijd is het uitzicht over het veld tot nul gereduceerd. De mais staat twee meter hoog. Alleen Frieda vindt het nog leuk, want die rent tussen de paadjes van de maisstengels door.
Vanmorgen was de wereld anders. In alle vroegte was de mais verhakseld. De honden stonden stil en
 versteld. Hun wereld was totaal veranderd. Vernieuwd zou je kunnen zeggen.
                      Ons visuele systeem is ingesteld op verandering. Alles wat raast, knippert en flikkert, trekt onze aandacht. Zoals het lampje op de mobiele telefoon, een kapotte tl-lamp die blijft flikkeren of knipperende reclameborden.We willen ze wel negeren, maar het lukt niet. Voor ons brein geldt: hoe duidelijker de verandering – hoe harder bijvoorbeeld een naderende auto rijdt – hoe beter en sneller we die kunnen opmerken.
                     We zijn echter niet goed in het waarnemen van langzame veranderingen. Als we kijken naar plaatjes waarin objecten geleidelijk van kleur of plaats veranderen of zelfs helemaal verdwijnen, hebben we dat meestal niet in de gaten. Zélfs niet als we van te voren gewaarschuwd zijn dat er iets gaat veranderen. Bijna iederen kent de filmpjes waar een goochelaar een kunstje uitlegt en ondertussen wordt, zonder dat we het opmerken, het decor verbouwd en  de op tafel staande bloemen vervangen door een beeldje.
                     Het langzaam groeiende mais merken we niet op. iedere dag een heel klein beetje hoger totdat het twee meter hoog staat en je uitzicht tot nul is gereduceerd. Zo gaat het met heel veel zaken. Beetje bij beetje kun je meegevoerd worden in een veranderende samenleving. Een samenleving die harder geworden is, waar het niet vanzelfsprekend is dat kinderen voor hun ouders zorgen. Ik zeg niet dat kinderen niet om hun ouders geven. Ik zag op het Sint Pietersplein in Rome wel duizend bisschoppen en kardinalen in rijke gewaden gemijterd luisteren naar een in goudbrokaat geklede paus.. Hoe is de kerk veranderd in die paar duizend jaar vanaf de bezitloze Christus naar de pracht en praal die ik net beschreef. Het moet heel langzaam zijn gebeurd. De traagheid maakt ons blind. We zien ook niet de veranderingen in ons eigen leven. Iedere dag worden we iets ouder, maar we denken dat vandaag gelijk is aan gisteren.                                                                                                                                  Totdat het mais gehakseld is en we de grond zien waar het allemaal in gebeurd is. Terug naar de basis. Ik zag het land dat er weer uitzag als in het begin. Woest en ledig. Er is van ales mogelijk met dat land. Dat geldt ook voor mij, dacht ik.Verlies niet de basis van je leven uit het oog. Floor en Frieda renden over het veld. Voor hen was er een nieuwe wereld geopend. Het begon te regenen. Tijd om naar huis te gaan. Ik keek nog even naar het land dat weer in zicht was.Op mijn ipod hoorde ik Amanda Strijdom het pelgrimsgebed zingen.
Elke pelgrim keer weer huistoe.
Elke swerver kom weer tuis.

dinsdag 9 oktober 2012

Pelgrimsgebed

 

Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My grootpraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet.

U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad het U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op U grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Moeder God U ken my waan
My ego en my regopstaan
Die drake waarteen ek bly veg
U wys my altyd weer die weg.

U het my met U lig geseën
Die lig strooi ek op iedereen
Net U weet hoe my toekoms lyk
Ek het niks, U maak my ryk.

Alle perlgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op U grootpad
Soekend na U boardinghuis.
 
Er zijn soms momenten dat je overvallen wordt door een liedje. Een liedje dat wordt gezongen op een moment dat je er aan toe bent, omdat de waan van de dag je te pakken heeft gekregen. Moe bent geworden van je stommiteiten en afwezigheid. Ek verdwaal steeds op U grootpad. Maar hoe wordt je gepakt door geweldige woorden aan het begin Vader God U ken my naam. Hoe troostrijk kan een liedje zijn. Het pelgrimsgebed van Amanda Strydom is zo'n liedje. Kik voor een uitvoering van dit lied op de link.
http://www.youtube.com/watch?v=fTsYx8W_2w0&feature=share

dinsdag 2 oktober 2012

Geheim doorbroken

Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Here Jezus
tussen ons en de Vader, naar Uw Woord
mogen wij zonder zonde zijn en nieuwe wezens,
wat er ook in ons leven is gebeurd.
 
Ik deed, van alles wat gedaan kan worden,
het meest misdadige - en was verdoemd.
Maar Gij hebt God een nieuwe naam genoemd,
met die van mij. Nu is het stil geworden,
zoals een zomer om de dorpen bloeit.
 
En moeten ook de bloemen weer verdorren:
mijn lenden zijn omgord, mijn voeten staan geschoeid.
Uit Uw hand ten tweeden maal geboren,
schrijd ik U uit het donker tegemoet.
 
Gerrit Achterberg
 

                  Ik heb dit gedicht al heel lang bij me. Het is een van die gedichten die me troosten en bemoedigen. Ik las het tijdens een groeigroepavond voor, maar ik kon daar niet mijn gedachten over dit  gedicht kwijt. Daarom deze blog.
                  Ik bekommer me er overigens geen moment om of Achterberg wel een christelijke dichter was. Ik weet dat hij het gedicht schreef tegen een heel concrete achtergrond. ("Ik deed het meest misdadige"). Maar het is een echt Bijbels gedicht. In de tweede strofe van het gedicht gaat de afgrondelijkheid van het menselijk bestaan open: Ik deed....ik was verdoemd. Dat is wat de apostel Paulus leert. Geen mens kan voor God staan.
Midden in het vers staat het woord "Maar". Dat is het scharnier in dit gedicht. Er is een 'maar" omdat het gedicht begint met Gij.
Het hoog geheim is door het sterven van de Here Jezus doorbroken. Wij kunnen door het lijden en sterven en de opstanding van Christus nu wel voor God staan. God noemt een nieuwe Naam met die van mij. In het woordje 'maar' ligt de diepte van de genade. Ik, een gewoon zondig mens,maar een mens met een nieuwe naam.      Ik ben gekend bij God. Omdat hij me kent bij mijn nieuwe naam, schrijd ik uit het duister van mijn verloren, natuurlijke, bestaan Hem tegemoet. Zo ervaar ik de zomer die om Vorden bloeit.
Nu in de herfst de bloemen weer verdorren, en ik in de herfst van mijn leven ben, lees ik vaak dit gedicht. De laatste strofe raakt me altijd weer en dan vooral de laatste twee zinnen.
"Uit Uw hand ten tweeden maal geboren,
schrijd ik U uit het donker tegemoet".
 Ik hoop dat je het gedicht nog eens leest en dat je er ook door bemoedigd wordt.
Het gedicht ligt altijd ergens op mijn bureau. Overigens samen met het gedicht "Op school stonden ze geschreven" van Ed Hoornik. Als je dat gedicht niet kent moet je het even op internet zoeken.
Kunnen we daar ook eens over praten, of bloggen.
 
 
I

zaterdag 29 september 2012

Wiskunde

Wiskunde is voor velen iets abstracts. Toch is wiskunde iets dat structuur aan ons leven geeft. Wiskunde heeft met tijd te maken, met de ruimte om ons heen, met muziek, met ons leven.
Het pompen van ons hart in een bepaald ritme hebben we geteld. Ritme is wiskunde en in dit geval leven. De wereld is een bol, de horizon een lijn. Een steen in het water maakt cirkels en de zon is een cirkel en morgen is de maan een cirkel. Wie goed kijkt ziet ovalen en spiralen driehoeken, rechthoeken en veelhoeken. Een jaar is verdeeld is in periodes, de periodes in delen, de delen weer opgedeeld in de kleinste fragmenten. De wetmatigheid van de seizoenen is gerelateerd aan de vaste omlopen van de zon die weer opgenomen is in het wiskundig geheel van ons zonnestelsel. De stevigheid van een stoel is wiskundig bepaald, net zoals de zuigkracht van een stofzuiger. Een componist schrijft zijn opus met wiskundige tekens die tijd en klankhoogte aangeven op een vijflijnig evenwijdig patroon. (Die elkaar trouwens snijden in het oneindige). We leven in de wiskunde. Er zijn eindeloos veel wiskundige elementen die de chaos van ons leven en de ruimte rondom ons tot een telbaar en benoembaar geheel maken. Wiskunde ordent. Wiskunde verwekt zekerheid en veligheid.
Toch maar even terug naar de componist. Wat hij niet in zijn wiskundige patroon heeft kunnen vastleggen is de emotie die hij in zijn werkstuk heeft willen oproepen. Hij kan aangeven dat het stuk gespeeld moet worden met een (wiskundig) vastgelegd tempo en met een (wiskundig) vastgelegd volume. Wat overigens vaak door de uitvoerende musici omgekeerd evenredig wordt vertaald. Maar dat terzijde. Emotie is niet in een wiskundige tabel vast te leggen,evenals de liefde. Emotie is een vriend van schoonheid, die overigens ook een vriend is van wiskunde. Emotie, schoonheid, liefde en ontroering zijn antipoden van de wiskunde. Ze maken een mens tot meer dan een wiskundig bepaald wezen. Niet te beschrijven is de emotie die Mozart oproept bij de inzet van de hobo in de Grand partita. (Bekijk de film Mozart en de reactie van Salieri). Ik ervaar de emotie en de liefde als een van mijn kinderen me/ons een kaartje geeft en zegt: "jij/jullie kunnen hiervoor bidden, doe het maar voor mij" Ieder van ons weet wat emotie is. Ons leven is door wiskunde gekaderd maar we LEVEN door de emotie en door de liefde, want had ik de liefde niet...

woensdag 26 september 2012

Mens


Daar gaat hij.

 

Niemand kent hem.
Niemand hoort hem.
Niemand stelt een vraag aan hem. 
Niemand zoekt hem.
Niemand mist hem.
Niemand heeft nog weet van hem. 
Niemand kust hem.
Niemand groet hem.
Niemand laat een traan om hem. 
In zijn hand een tasje met herinneringen.
In  zijn hoofd het liedje: Jezus laat je nooit alleen.

HET

Het is niet aan te geven waarom ik bij het aanhoren van muziek bij het ene stuk tot in mijn ziel geraakt wordt en bij het andere geen emoties voel. Er is muziek waarbij alleen het denken eraan een emotie bij me oproept. Het sterkst heb ik dat bij het tweede klarinetconcert van Carl Maria von Weber. Halverwege het tweede langzame deel is er een inzet van drie hoorns waarop de soloklarinet anticipeert. Het heeft een ongekende schoonheid die me tot tranens toe ontroert. Het gekke is dat ik dat alleen heb bij de uitvoering van het Concertgebouworkest met als solist Jos d'hondt. De uitvoering van de Berliner philharmoniker met Sabine Meijer is prachtig, maar ontroert niet. Ik heb die ervaring met allerlei soorten muziek. Het Piu Jesu uit het requiem van Fauré, Mood Indigo van Duke Ellington, Bist du bei mir van Bach, Het pianokwintet van Mozart, Careless Love Blues gezongen door Bessie Smith. Steeds is er dat hele bijzondere dat niet te vangen is in een rationele benadering. Het heeft HET. In de muziek heb je twee soorten emoties. Je hoort de emotie in de muziek (de perceptie) en de beinvloeding van de emotie door de muziek (inductie). In mijn geval zou het dus gaan om de inductie, maar dat verklaart niet het verschil in beleving. Als ik verschillende uitvoeringen van het zelfde werk na elkaar hoor wordt ik door het een meer geraakt dan door het andere. Het is niet te verklaren. Het is een soort magie. Ik noem het HET. Het heeft het of het heeft het niet en HET is niet te verklaren. Ik laat het maar gebeuren, ook al betekent dat dat ik bepaalde composities alleen maar in gedachten kan aanhoren. Drie hoorns en een klarinet zijn voor mij niet aan te horen. Ik kan alleen denken hoe HET is.        

Emoticons
 

 


dinsdag 25 september 2012

WOORDEN


Woorden

Het woord is een tweesnijdend zwaard, het snijdt naar twee kanten.
Het kan iemand verwonden, het kan iemand genezen

                   Spreuken 12:6

Woord splijt

Woord verwoest

Woord krenkt

Woord verwondt

Woord doodt

Woord vernielt

 

                   Spreuken 15:1

Woord geneest

Woord troost

Woord heelt

Woord bevrijdt

Woord klaart op

                                                  Woord omarmt         

  
                 Spreuken 16:28

Woord lastert

 Woord roddelt

Woord kwetst

Woord breekt

Woord sloopt

Woord trapt

 

                   Spreuken 12:25

Woord verheugt

Woord maakt blij

Woord bemoedigt

Woord beurt op

Woord maakt vriendschap

Woord schenkt vrede

 

zondag 23 september 2012

Het is te hard

 

            Ik had een tijd dat ik me mateloos kon opwinden over mensen die na afloop van een concert alleen maar wisten te melden dat "het veel te hard was". Dat gebeurde bij een concert van de plaatselijke harmonie, zeker als daar ook nog een popbandje meespeelde, maar ook als er in de kerk eens door een bandje aan de kerkdienst werd meegewerkt. Men vindt het altijd te hard.
Zoals gezegd, vroeger kon ik me daarover opwinden. Nu maakt het op mij niet zoveel indruk meer.                                                                                                                                                                        Ik ben ouder geworden en mijn gehoor ook. Bovendien verbeeld ik me dat ik ook milder ben geworden.Ik geef onmiddellijk toe dat een concert van een 40 mannen en vrouwen tellende dorpsharmonie in een klein zaaltje oorverdovend is en ook een bandje in een kerk kan akoestisch volledig over de top gaan. Maar wat ik ook hoor, maar vooral ook zie is speelvreugde. Het kan me ontroeren om iemand in de harmonie te zien die in volle concentratie aan het tellen is om op het juiste moment zijn bijdrage te leveren.Mijn hart springt op van vreugde als ik een gospelkoor in volle overgave de Heer zie prijzen. Ja, het geluid van de band was nadrukkelijk aanwezig, maar om mij heen zie ik mensen klappen en dansen en meezingen: Oh happy day! Speelvreugde spat van het podium. Kalk van het plafond.
          Een van onze jongens heeft de ziekte van Dawn. Juist. Hij is, wat men noemt, een mongool. Hij speelt op een trommel in een band. Met hem nog een tiental andere gehandicapten. Het optreden van zijn band RinTinTin is altijd een feest. Niet omdat de muziek stijlvol en verzorgd, maar om het speelplezier. Het gaat hard, ongelooflijk hard. De trommelstokken vliegen soms door de lucht. Maar er is ook ontroering bij het zien van het geluk en de speelvreugde van die jongens en meisjes, een geluk dat niet onderdoet voor al die andere muzikanten. Het geluid is soms hard, maar kijk verder en zie het speelplezier en geniet met je lijf. Dat is ook een manier om te luisteren.