maandag 2 maart 2009

In de Geest

Ik kan niet zeggen dat ik een uitbundig gelovig mens ben. Er moet heel wat gebeuren wil ik met een lied meeklappen of met de handen omhoog een loflied zingen. Ik vind het wat overdreven, meer iets voor evangelischen of pinkstergelovigen. Niet dat er in onze kerk ook maar iets gebeurt dat aanleiding zou kunnen geven tot uitbundig vertier. Het is al heel wat als de organist eens geen Bach speelt en laten we eerlijk zijn ook van de liederen uit het liedboek voor de kerken en uit het boekje Tussentijds raak je niet opgewonden. Allemaal heel erg verantwoord liturgisch. Maar soms is er een verlangen om eens gewoon te doen wat er in de liedjes staat die we zo rustig en bedaard zingen. Soms zingen we: "Kom laten we  de Heer lofprijzen met dans, muziek en handgeklap" (Ps.149 zeer vrije vertaling). Het zou wat losmaken als we dat echt gingen doen. Een reidans tussen de banken door met veel muziek en handgeklap.We blijven echter stoïcijns in onze banken zitten en zingen bedaard dat we  dansend zullen opgaan. Wij zijn geen pinkstergemeente maar een ordentelijke PKN gemeente.
"Er is een conferentie in Zelhem over de Heilige Geest" zei mijn vrouw. "Heb je zin om mee te gaan?" Het zweet brak me uit. Zo'n conferentie over de Heilige Geest is niets voor mij. Dat is zo pinksterachtig. Nee dus. Maar na een paar dagen werd ik toch nieuwsgierig en zei dat ik meeging.
Met ongeloof zag ik de massa aan. Het moeten er meer dan duizend zijn geweest. Wat me vooral opviel was het grote aantal jonge mensen. Er heerste een stemming die het beste te vergelijken is met de sfeer voor aanvang van een grote wedstrijd. Op het podium in de immens grote hal speelde een band. Op een gigantisch scherm de tekst van een liedje. Ik ga een beetje achter in de zaal zitten. Rechts naast me een paar meisjes van een jaar of 15, links een dame, die zo te zien bepaald niet uit het arbeidersmilieu komt en voor me een gezin compleet met baby. Achter me een paar forse jongens zo weggelopen uit de sportschool en een paar mensen van mijn leeftijd. Als de leider-gitarist zegt dat we gaan zingen staat de hele gemeenschap op en ze zingen met volle overgave liedjes die ik niet ken. Ik val bijna om van verbazing als ik zie hoe er gejuichd  en geklapt wordt , hoe als op commando de handen omhoog gaan. Handen omhoog en de handen naar voren, handen op elkaar. Niemand staat stil. De band  bespeelt de zaal. "Even wat bewegen" roept de bandleider. Even wat bewegen denk ik, we staan geen moment stil. Dan zet de band een Joods liedje in en in een mum van tijd danst een lange rij door de paden, enthousiast aangemoedigd door de anderen. De temperatuur stijgt met de minuut. Het is een feest. Ik voel me eigenlijk wel lekker al ken ik geen enkel liedje. De melodieën zijn heel eenvoudig net zo als de teksten die eindeloos herhaald worden. Na een half uurtje mogen we gaan zitten. Er is nog twee uur te gaan. Een preek van 20  minuten is redelijk in onze kerk. Als het al eens een keer 25 minuten duurt begint er wat onrust onder het volk te komen. Hier wordt een uur gepreekt. Ja, wat heet preken! Het is een mix van onderwijzen, preken en entertainmant. Ik heb nog nooit zo vaak en in zo'n hoog tempo bijbelteksten moeten opzoeken. Ik had  geen bijbel bij me. In dit gezelschap onvergeeflijk. Ik kreeg er een te leen van de mevrouw van links. Als ik op een gegeven moment een van de kleine profeten niet kan vinden ruilt de linkse mevrouw snel van bijbel met me en ben ik weer bij. Het voelt aan als een terechtwijzing. De zaal leeft. Er wordt halleluja en amen geroepen. Gelachen om een grap die alleen de ingewijden begrijpen, zoals de predikant die zei ooit eens voor een moeilijk probleem te hebben gestaan had uitgeroepen: "Kan de wederopname nu plaatsvinden?" Leuk ook de opmerking:"God speelt in mijn leven geen rol, Hij is de regiseur." 
Uiteraard gaat de toespraak over de Heilige Geest en de vervulling van en de overgave aan en de toepassing van de gaven van de Geest. Mensen worden opgeroepen om naar voren te komen en zich te laten vullen met de geest. Het zijn er honderden die naar voren komen en soms zeer geëmotioneerd raken. Dit gaat gepaard met luid geroep en  gegil, mensen vallen om en worden opgevangen en op de grond gelegd. Ondertussen is de band gaan spelen en raken ook mensen in de zaal in vervoering. Het is een kakofonie van geluid en beweging. De biddende voorgangers, de huilende en roepende mensen, de steeds harder spelende band maken dat ook ik niet meer stil kan zitten en mijn handen uitstrek als er een zalving plaatsvindt voor voorgangers en gemeenteleiders. Dat raakt mijn hart omdat ik weet hoe moeilijk deze mensen het soms hebben. Ik raak in verwarring als er op een ander moment gebeden wordt voor de zieken. Het wordt een echte gebedsgenezingdienst. Op de vraag hoeveel mensen ziek zijn en genezen willen worden staan honderden mensen op. Ik heb de idee dat ik de enige ben die blijft zitten. Zelfs een van de tieners naast me staat op. De sportjongen die nu voor me zit is ook gaan staan en barst in luid gegil uit als er in het algemeen gebeden wordt om genezing. Hij schokt naar voren, schudt  met zijn hele lichaam en blijft maar gillen. Drie, vier, vijf mensen leggen hem de handen op en bidden om genezing. Dan, na enige minuten komt er rust in de jongen en staat hij weer recht op.
Hij lijkt geweldig opgelucht. "Ik ben genezen" roept hij. "Ik ben genezen" De mensen om hem heen knuffelen en feliciteren hem. Opgetogen. Dan zegt de voorganger:"Er zijn hier ook mensen die niet naar voren zijn gekomen omdat ze het geloof in genezing hebben verloren of omdat ze al zo vaak tijdens een gebedsgenezingbijeenkomst niet genezen zijn. Tegen die mensen zeg ik:kom nu". Een zestal vrouwen en een jongen komen uiteindelijk naar voren. "Iedereen die gelooft dat God deze mensen zal genezen steekt nu in gebed de handen naar hen uit." Ik aarzel, mijn ongeloof is te groot, die verantwoording neem ik niet op me. Duizend anderen wel. Mijn handen verdwijnen in mijn broekzakken. Er moet een golf van positieve energie van uitgaan, dat kan niet anders. Liefdevolle armen worden om de zieken geslagen en weer wordt er gebeden. Het duurt lang. Voor elke zieke wordt veel tijd ingeruimd. Allerlei vragen bestormen me. Vragen die altijd betrekking hebben op de willekeur van de verhoring van gebeden. Ik wordt geroerd als aan het eind van de sessie er nog een jongetje staat. Hij is klein. "Het is niet goed in mijn hoofd, ik ben weer opgenomen" zegt hij. Het wordt heel stil. Zo'n jong mens die troost zoekt, want het is niet de eerste keer dat hij "naar voren komt." Hij wil zo graag gewoon zijn. Mijn hart breekt bijna. Ik voel een brok in mijn  keel als de voorganger zijn armen om hem heen slaat en hem troost en opdraagt aan de lieve God. Laten we een applaus geven aan zijn psychiaters wordt er gevraagd.
Het applaus golft door de ruimte. Laten we juichen voor God die zieken kan genezen. Het gejuich is oorverdovend. Ik raak het beeld niet meer kwijt. Een kleine jongen die zo graag genezen wil worden van de wanorde in zijn hoofd. Op de een of andere manier zijn mijn handen uit mijn zakken gekomen en ik steek ze voorzichtig uit naar een kleine jongen in de armen van een grote man. Als het toch eens mogelijk was...                     
                                                     

1 opmerking:

  1. Hmhm...ik ben niet zo van de gebedsgenezing eerlijk gezegd.
    Heb er mijn bedenkingen bij. Als het echt blijvend verbeterd kan ik me hierin bijstellen maar vaak hoor je dat het later gewoon weer misgaat.

    BeantwoordenVerwijderen