Stilte
Bijna iedere morgen sta ik, terwijl mijn honden vrij
rondlopen, op een heuveltje met de rug tegen een oude beuk te kijken naar het
voor mij liggende land. Vandaag is het land geploegd. De zwarte voren lijken
te wachten op het zaaigoed. De mist dekt het toe met zachte hand. Ik ervaar
geen geluid. De stilte neemt bezit van me. Mijn hoofd loopt leeg. Er zij geen
storende gedachten. Er is in mij alleen maar stilte, een intense vredige
stilte. De mens
heeft zo nu en dan rust nodig maar heeft vooral stilte nodig. Niet alleen om
even bij zinnen te komen of, zoals dat heet “je even te herpakken”, maar om
de vrede te ervaren die in de stilte is verborgen. Stilte geeft rust, geeft
troost en geneest.
Ik vind het verrijkend
om de kerkdienst te beginnen met stilte. Het is een op adem komen voordat de
liturgie begint. Geen stilte voor de storm dus. Stilte is er in allerlei
vormen. Iedereen kent wel de benauwende stilte, de gespannen stilte en de
verlossende stilte. In de
muziek speelt stilte een grote rol. Zonder rusten kan muziek niet bestaan.
Een bijzondere vorm van stilte is de emotionele stilte. Ik ervaar dat
bijvoorbeeld na de aria: Erbarme dich, mein Gott
uit de Matthäuspassion van Bach. Met bijna dichtgeknepen keel onderga ik die
aria. Doodstil.
Het zoeken naar stilte is universeel. Veel grote
kunstenaars hebben gezocht naar vormen om de stilte te verbeelden.
Een uiterste vorm is de stiltemuziek van de
Amerikaanse componist John Cage (1912-1992) Hij componeerde in 1952 een werk
voor piano getiteld 4'33" (uitspraak: vier minuten en drieëndertig seconden) Cage noemde
het zelf een silent piece. Het
stuk gaat als volgt: De pianist zit
voor de piano en raakt in 4 minuten en 33 seconden geen toets aan. Totale
stilte waarbij slechts het toevallig
aanwezige en niet geënsceneerde geluid aanwezig is.
Bij het “aanhoren” bekruipt je aanvankelijk een onbehagelijk gevoel, totdat je je overgeeft aan de muzikale stilte.
John Cage baseerde zijn werk op de White Paintings van Robert Rauschenberg. Dit schilderij bestaat uit 7 witte panelen. Door de afwezigheid van kleur en vorm blijft alleen de stilte over. Het is alsof je kijkt naar een kloostermuur, een witte kloostermuur.
De sprong naar het klooster is gemakkelijk gemaakt. Er zijn kloosterordes waar het zwijgen, de stilte, een vanzelfsprekend iets is, zoals de orde van de Kartuizers waar stilte gezien wordt als een voorwaarde om een hoger bewustzijn te bereiken. Omdat woorden ontoereikend zijn, wordt (overtollig) spreken vermeden. Overigens kan stilte in bepaalde omstandigheden van inhoud veranderen. Het lied Het is zo stil in mij gezongen door Van Dik Hout bezingt oorspronkelijke de stilte tussen twee geliefden. Als Judas het in The Passion van 2012 zingt dan is het een stilte van spijt, wroeging en eenzaamheid.
Stilte is voor ieder mens belangrijk. Ik zie uit naar de momenten van collectieve stilte, de verbindende stilte. De stilte van het stil gebed in de kerk. De stilte bij de 4 mei herdenking, waar ik na een aantal jaren weer bij zal zijn nu de rust, de stilte, is weergekeerd.
God spreekt immers in de stilte.
Onze oud-voorganger Jaap Zijlstra schreef in zijn gedicht Stilte het volgende:
De zee draagt vrede deze nacht
op kleine golven naar me toe.
Waarom en hoe zijn nu van geen belang.
Ik tracht niet meer en voel me niet meer moe.
Dit is het dan waarop ik heb gewacht,
de stilte waar ik diep voor onderdoe.
Stilte is ook genade.
|
.
|
maandag 10 november 2014
Stilte
maandag 23 juni 2014
Passie
“Of ik mee wil als begeleider, naar een middag van
FC Twente”, vraagt Joke van het zorgcentrum de Losserhof.
“ De spelers van FC Twente spelen samen met bewoners van de Losserhof en het Bouwhuis uit
Enschede een toernooi en RinTinTin maakt de muziek” Ik
heb niet zoveel met voetbal. Opgegroeid in Almelo vlakbij het veld van Herácles
is er wel enige sympathie voor die club, alhoewel het ondenkbaar was dat ik op
zondagmiddag naar een wedstrijd van Heracles zou mogen kijken. Voetballen op
zondag was toen nog zonde en mijn vader zei: “je kijkt niet naar iets wat
zondig is”. In Twente verscheen later nog een club van enige importantie en wel
FC Twente. Wij
Almeloërs hadden er niets mee. Enschede, weet je wel. RinTinTin
is de muziekband van het Twentse zorgcentrum Losserhof en in die band speelt
Owen, ons pleegkind. Owen (37) heeft het syndroom van Down. Hij is lief, praten
kan hij niet, dat is hij in de loop der jaren kwijtgeraakt. De Losserhof is
zijn huis. Owen kan niet veel, maar goed op een trom slaan kan hij wel. Hij is
dan ook bij RinTinTin aangesteld als eerste paukenist. Van de bewoners van de
Losserhof zei men vroeger dat ze geestelijk gehandicapt waren, wat later waren
ze verstandelijk beperkt en nu zijn het mensen met mogelijkheden. Ik kan me
daar wel in vinden. In de bus naar het
veld van FC Twente zit de stemming er goed in. Sommigen hebben alvast hun
voetbaltenue aangetrokken en lopen het gangpad op en neer om de spieren warm te
houden. Anderen oefenen onverstaanbare strijdkreten of zingen luidkeels dat ze
nog lang niet naar huis toe gaan. Owen
kijkt uit het raam. De wereld gaat langs hem heen.
Het is koud op het veld. Het sneeuwt. Er wordt met
passie gevoetbald. Ieder team is aangevuld met een paar spelers van FC
Twente. De keeper van FC Twente heeft de
grootste moeite om ook maar één bal te
stoppen. Keer op keer wordt hij gepasseerd door onze jongens en meisjes. Wij
hebben een eenvoudige tactiek en wel die van de massale aanval, want als je
wilt winnen moet je scoren. Logisch toch? Dat onze achterhoede daardoor zwak
komt te staan is van geen belang. Uitslagen van 11-13 zijn heel gewoon.
Ondertussen zweept RinTinTin de stemming verder op. Het is een feest van passie
en strijdlust. Groot verdriet bij een nederlaag en uitbundige vreugde bij een
overwinning, want het gaat om de knikkers. Op een tafel staan bekers, bekertjes
en medailles. Bij de prijsuitreiking bedenkt Owen dat hij ook recht heeft op
een prijs en banjert naar de tafel en pikt een beker mee. Ik kan hem niet aan
zijn verstand brengen dat muzikanten tot de orde van dienaren behoren en geen
bekers verdienen op een voetbaltoernooi en dat de beker ingeleverd moet worden.
Hij is ontroostbaar. Pas als ik een grote zak chips weet te veroveren breekt
zijn lach weer door.
In de bus terug, wordt ik ondergedompeld in de
feestvreugde. Sommigen waren kampioen geworden en anderen bijna. Luidkeels wordt gezongen dat ze nog lang niet thuis zijn. Ik juich en zing wel een beetje mee maar voel me toch geremd. Wat is er
verloren gegaan in de loop van mijn leven. Waar is die kinderlijke vreugde ? Mijn verstand zit mijn uitbundigheid
in de weg, denk ik. Wie is hier eigenlijk
beperkt?
Ik ben de voetballers van FC Twente dankbaar en denk
aan de woorden van Jezus: “Ik verzeker jullie, alles wat je voor één van de
minste mijner broeders of zusters hebt
gedaan, heb je voor Mij gedaan”
Het was een mooie dag.
Abonneren op:
Posts (Atom)