Jij mailden vannacht hoe benauwd jij bennen
Wat ik eigenlijk al wus
Vandoar da’k eben tegen jou zeggen wul
Ik heb de deure lös
Ik
heb de deure lös
Twievel nou mar niet
Heb
de deure lös
Veur jou altied.
Bovenstaande tekst is een
gedeelte uit een liedje van de Drentse zanger Daniel Lohues. Het zweeft al weer
een tijdje door mijn hoofd. Eigenlijk al vanaf de startzondag in september. In de Dorpskerk onderging ik de plaatselijke Startzondagdienst
en in de middag voor de TV de jubileumdienst t.g.v. het 10-jarig bestaan van de
PKN. Het verschil in beide diensten was dat in de Dorpskerk elementen uit de
populaire, seculaire cultuur pas na de dienst tijdens een open podium aan de
orde kwamen, terwijl in de jubileumdienst deze elementen geïntegreerd waren in
de liturgie. Er zijn mensen die zeggen dat wie over de drempel van de kerk
stapt een ander taalveld binnen gaat en daarbij een andere houding aanneemt.
De kerk wil een contrast bieden tegen het leven van alledag en daar horen geen
liedjes bij die je al hoort op Radio 538 (F.Bosmans Cultuurtheoloog).
Daar kan ook anders over
gedacht worden. Ik kan me goed vinden in de gedachten van de emeritus predikant
Jelmer Koornstra uit Deventer die regelmatig een poplied in zijn diensten laat
horen, soms als gebed, maar meestal als buiten-bijbelse lezing, om het thema van
de viering te actualiseren. Veel mensen herkennen in popmuziek hun postmoderne
levensgevoel. Dat levensgevoel gaat niet uit van wetenschappelijke verklaringen
en godsdienstige duidingen van de wereld en de geschiedenis, maar van eigen
ervaringen.
Geen grote verhalen en weidse
theorieën, maar het alledaagse, in de persoonlijke tragiek en het kleine geluk.
Het is belangrijk dat we ons verplaatsen in mensen die niets hebben met psalmen
of een orgel, gewoon om een ingang te vinden om over het Evangelie te
vertellen.
Onderschat niet de religieuze
functie van popmuziek. Het kan iets teweeg brengen van zelfoverstijging, een alles te
bovengaand geluksgevoel, het kan je verzoenen met de donkere kanten va het
bestaan. We raken nu aan het begrip religie, waarbij we denken aan het
betrokken zijn bij een hogere macht, een andere kant, aan het openstaan voor
dingen die groter zijn dan wijzelf. Toch maar even terug naar het open podium
in de Dorpskerk. Heel veel emoties kwamen los bij de verschillende
presentaties. Ontroering bij het musiceren van kinderen, bewondering voor het
zingen van een popliedje van de zangeres Adele, plezier bij het meezingspel van
een accordeonist. Emoties die niet in de dienst in de Dorpskerk te vinden
waren. In de herdenkingsdienst waren die emoties er wel. Het Zo! Gospel choir, deed mijn hart sneller kloppen terwijl het
prachtige lied Ken je mij van Oosterhuis en van der Loo me ontroerde, een lied dat ook in onze gemeente niet
onbekend is. Popmuziek kan veel over het evangelie vertellen.
Jezus, leert ons God lief te hebben boven alles en onze naaste als
onszelf. In de herdenkingsdienst
werd het lied Mag ik dan bij jou van Caudia de Breij gezongen waarin
gezongen wordt:
Mag
ik dan bij jou schuilen, als het nergens anders kan?
En als ik moet huilen, droog jij m’n tranen
dan?
Want als ik bij jou mag, mag jij altijd bij mij.
Kom wanneer je wilt, Ik hou een kamer voor je
vrij.
Pure naastenliefde. Het zou bij iedere preek over de Liefde kunnen
worden gezongen. En zo kom ik weer bij mijn begin. Als Daniel Loheus zingt over
de deur die altijd openstaat dan kan ik niet anders dan aan de woorden van
Jezus denken: Kom allemaal jullie die moe van het leven zijn en rust bij me
uit. In het Drents klinkt het dan zo:
Ik heb de deure lös, twievel nou mar
niet. Heb de deure lös, veur jou altied.
Popmuziek staat heel dicht bij de mensen.
Soms ook heel dicht bij God.