zaterdag 24 november 2012

Stamboomgedachten

Eens in de zoveel tijd ben ik bezig met mijn familiestamboom. Er sterft een oom, een nicht laat weten dat een oude  tante niet meer is. Geboortekaartjes, trouwbeloften. Verre neef komt vragen hoe het gaat. Mijn familie groeit en krimpt. De tijd neemt en geeft, vergeet en vertelt. Mijn stamboom is geschiedenis en herinnering, verleden en heden.

Mijn moeder
Dan is het tijd om mijn familie te bezoeken en aan te passen wat de tijd heeft aangebracht.Steeds is daar het moment dat ik mijn jonge moeder zie, mijn vader ook. Maar moeder heeft toch steeds de aandacht. Mijn vader was een muzikant, mijn leraar en een beetje vriend.Mijn moeder was een wat stroeve Drentse schippersdochter uit 1912 en met haar was ik minder vertrouwelijk .Er waren geen intieme of vertrouwelijke gesprekken, zoals ze die met mijn zusje had. Jongens zijn anders hé? Maar soms waren er toch momenten van vertrouwelijkheid. Ik had echter zelden de vrijmoedigheid om dat te zeggen wat gezegd had kunnen worden. Het bleef stil. We zwegen. Vandaag zag ik mijn moeder weer en ik had haar veel te zeggen.Toen moest ik denken aan dat prachtige moedergedicht van Gerrit Achterberg.


                                                                              Moeder
                                                       Ik zat met moeder aan de haard, zij breide
                                                       en ik deed niets dan cigaretten roken.
                                                       Ze zei: Jongen, je moet niet zoveel roken;
                                                       je moet er morgen mee uitscheiden.

                                                        Ik ben het haardvuur nog wat op gaan stoken;
                                                        horende hoe het zachtjes in mij schreide,
                                                        omdat het niet kon worden uitgesproken,
                                                        wat zich vlakbij voor eeuwig wou bevrijden.

                  Dit tere gedicht van Gerrit Achterberg is een kleinood binnen het  oeuvre van Gerrit Achterberg. Het is begrijpelijk, compact, en ingenieus gecomponeerd. Zoals bij al zijn poëzie kun je ook hier tussen de regels door lezen; er wordt altijd meer gezegd dan er staat, om met Nijhoff te spreken. Ik word geraakt door de gelatenheid en onnrust van de ik-persoon in het eerste couplet en de wanhoop in het tweede couplet en het bijna aanraakbare, onuitgesproken verdriet van de zoon naar zijn moeder.
                  

                  Terug naar de verleden tijd.We zaten bij elkaar. Mijn moeder spreekt en draait er een beetje omheen, ik wil spreken en zwijg. Twee gesloten naturen, dicht bij elkaar- mijn moeder raakt me in mijn hart, zonder dat ze zich ervan bewust is,-en ik laat de kans voorbijgaan en ben me ervan bewust. Zo vertrouwelijk en toch zo vreemd.Moeders, soms zo dichtbij en soms zover van je verwijderd. Ik had je lief.
                  Een stamboom opzetten en bijhouden is meer dan het invullen van allerlei data.

2 opmerkingen: