zondag 25 januari 2009

Jona

In onze dorpskerk werd vanmorgen over de profeet Jona gepreekt. De voorganger benadrukte vooral dat het verhaal over Jona een omkeringsverhaal is. Beter gezegd iedereen in het verhaal bekeert zich. De walvis heeft genoeg van Jona, de mensen in Nineve komen tot inkeer. Ja, zelfs God (be) keert zich af van Zijn voornemen de stad Nineve te verwoesten. Behalve Jona. Zijn woede of haat is te groot. Het schilderij van Jan Breughel de Oude (1568-1625) laat de bekeerde walvis zien ( of wat het ook moge zijn) en een Jona die boos naar Nineve trekt.
Zin woede is mooi beschreven in het gedicht Jona van Piet Los

Ik was niet bang, alleen maar vol van haat
en blij, dat God haar eindelijk ging vernielen,
de vijand van mijn kleine joodse staat:
een stad van meer dan honderdduizend zielen

En ik genoot intens van al hun kwaad
omdat ik wist, hoe snel ze sterven zouden.
God kon niet meer terug, het was te laat,
nog veertig dagen en Hij moest woord gaan houden.

Maar God houdt helemaal zijn woord niet
en luistert als dat verdoemde tuig gaat brullen
dat eens mijn vaderland verwoesten zal.

Hij denkt misschien , dat ik dit volk niet
ken, maar Hij zal ’t weten, als Hij in een stal
wat Hij hier is begonnen, gaat vervullen.

Piet Los Uit ONGELINIEERD 2000
De woede van Jona is misschien nog beter te begrijpen als we beseffen dat Jona door had dat hij voor de grootste mislukking in zijn profetenbestaan stond. Zijn profetie over de verwoesting van Nineve is niet uitgekomen. Jona besefte dat hij een stomme blunder had begaan. "Nog veertig dagen, dan zal Nineve worden omgekeerd" had hij geprofeteerd. Hij had een profetie met een datum uitgesproken.Misschien had hij zich beter gevoeld als hij zou hebben geweten dat ver na hem nog honderden profeten zouden opstaan die zich als koppige ezels aan dezelfde steen zouden stoten. Sommigen van die profeten leven in onze tijd en vertellen dat er met ons land niets kan gebeuren en dat de kredietcrisis in 2010 is afgelopen en dat we in dat jaar de strijd in Afghanistan hebben beƫindigd. In Deuteronomiun 18 waarschuwt de wetgever het volk niet te luisteren naar waarzeggers, wichelaars en tovenaars. Ze zijn de Here een gruwel. Hij zal zelf profeten aanwijzen die Zijn woord zullen spreken. Over die profeten zegt Deuteronomium: "Maar de profeet die hoogmoedig handelt door een woord in Mijn naam te spreken dat ik hem niet geboden heb te spreken - die profeet zal sterven. Maar hoe onderscheid je een misdadige van een bonafide profeet? De wet zegt darover:"Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen : hoe zullen wij het woord kennen dat de Here niet gesproken heeft? Wanneer een profeet in de naam Van de Here zal hebben gesproken en dat woord geschiedt niet en komt niet; dat is het woord dat de Here niet gesproken heeft. Door trotsheid heeft die profeet gesproken, gij zult voor hem niet vrezen." Wat een sluitende redenering! Een profetie die niet uitkomt bewijst dat de spreker een valse profeet is en de doodstraf verdient. Slimmere profeten hadden nooit een tijd genoemd maar hadden hun boodschap verhuld in uitdrukkingen als "zie de dagen komen dat..., "te dien dage.."", of in het laatste der dagen..., Het zijn uitspraken die een datum in het vage laten en getuigen van een grotere voorzichtigheid, want een profeet speelt met zijn leven. Hoe het met Jona verder is gegaan wordt ons niet verteld.
Genoeg gedachten over Jona.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten